Interview met Jolmer Versteeg, regisseur van JEUGDSTORM

Een voorstelling over vergeten kinderen die (zonder dat ze het wisten) aan de verkeerde kant van de geschiedenis stonden.

Artistiek leider van Theatergroep De Jonge Honden en regisseur Jolmer Versteeg maakt dit jaar de familievoorstelling Jeugdstorm. Jeugdstorm begint als een feelgood avontuur over een vrolijk zomerkamp, maar als het nationaalsocialisme en de Tweede Wereldoorlog ten einde komen, blijkt de realiteit voor een aantal jongeren verwarrend en eenzaam. Een voorstelling, geïnspireerd op de filmkomedie Jojo Rabbit, over vergeten kinderen die (zonder dat ze het wisten) aan de verkeerde kant van de geschiedenis stonden. Een paar vragen aan Jolmer Versteeg over deze nieuwe familievoorstelling. 

Wat is eigenlijk De Jeugdstorm?
“Je kunt de Nationale Jeugdstorm beschouwen als de Nederlandse Hitlerjugend. Toen Hitler aan de macht was, wilde hij heel graag zijn ideologie en ideeën uitdragen en heel Duitsland hetzelfde laten denken. Hij richtte ook een groep op voor de jonge generatie: ‘de Hitlerjugend’. Het was een soort scouting. Sport stond hoog in het vaandel, en tegelijkertijd kregen ze het gedachtegoed, het nationaalsocialisme, bijgebracht. In Nederland had je een soortgelijke vereniging: De Nationale Jeugdstorm. Onze voorstelling Jeugdstorm gaat over een groep jongeren die bij deze groep zaten, vaak aangemeld door hun ouders, en die met elkaar op zomerkamp gaan.”

Waarom wil je over deze geschiedenis een voorstelling maken?
“Omdat een hele grote groep kinderen en jongeren, een kwetsbare groep, destijds werd gebruikt voor een ideologisch gedachtegoed. Na de oorlog werden deze kinderen wakker uit een droom waarvan ze niet wisten dat het een nachtmerrie was. Er was geen plek meer in de samenleving voor hen, omdat ze ‘foute’ kinderen waren. ‘Kinderen van foute ouders’, wordt ook wel gezegd. Ik vind dit verhaal belangrijk om te vertellen, omdat we de verhalen van deze jonge mensen niet kennen. De archieven met dossiers van Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog verdacht werden van collaboratie zijn dit jaar open gegaan. We hebben inzicht gekregen in wie ‘fout’ was, en dat ligt natuurlijk heel gevoelig. Juist in dit jaar vinden we een goede aanleiding om deze onbekende kant van het verhaal te belichten. De Jeugdstorm is nooit heel groot geworden in Nederland, er waren op het hoogtepunt ca. 14.000 leden. Het is geen bekend verhaal, en zeker niet hoe we deze kinderen als samenleving na de oorlog hebben behandeld en veroordeeld om de daden van hun ouders.

De voorstelling wordt echt vanuit de ogen van deze jonge mensen gemaakt. De voorstelling is naïef, grappig, avontuurlijk en tragikomisch. 

Wie gaan we volgen in de voorstelling?
“We volgen Hanne en Chris, dat zijn twee kinderen die opgroeien in een NSB-gezin. Die kinderen worden op zomerkamp gestuurd, met De Nationale Jeugdstorm, en zijn dan eigenlijk met allemaal gelijkgezinden. Ze ontmoeten op het kamp twee nieuwe vrienden en staan onder leiding van hoofdstormer Meneer Franz. Als het kamp is afgelopen, blijkt Nederland bevrijd te zijn en worden Hanne en Chris uit elkaar gehaald en ze komen allebei in een ander pleeggezin terecht. Vanuit een mooie, avontuurlijke droom komen deze kinderen uiteindelijk in een nare droom terecht.”

Wat is voor jou spannend aan het maken van deze voorstelling over dit thema?
“Je belicht een kant van een geschiedenis, waarvan mensen ook kunnen zeggen: “Nu neem je het  op voor de foute Nederlanders.”. Dat ligt gevoelig. Zij waren toentertijd kinderen die je sowieso eigenlijk niet iets kwalijk kunt nemen. Overigens neem ik het niet per se voor hen op. Als makers van deze voorstelling hebben we uitvoerig nagedacht over wat we willen vertellen, zoveel mogelijk  het hele verhaal. Kinderen kregen namelijk veel halve, incomplete verhalen te horen, om hen maar in het sprookje te laten geloven.”

Volgende
Volgende

Lezers Volkskrant denken (massaal) mee over de vraag hoe de nieuwe Jonge Honden-voorstelling moet heten